zaterdag, juli 14, 2007

Rock Werchter: Zondag 4 juli

Zondagmorgen rond 09.30 uur word ik wakker na een nacht van erg weinig slaap. Beter gezegd: een morgen met zeer weinig slaap aangezien ik pas on 05.45 uur in m'n slaapzak lag. De nacht op camping A6 was namelijk behoorlijk gezellig. Een beetje brak maar met een goed gevoel breekt dus de vierde en laatste dag van een zeer geslaagd Rock Werchter 2007 aan.

Op de Weide
Hier volgt het vierde en laatset deel van het verslag dat Marc en ik schreven voor Coldplayfans.


!!! (Main Stage)
De eer om de laatste festivaldag van Rock Werchter 2007 op de Main Stage te openen gaat dit jaar naar de Amerikaanse electrorockers !!! (spreek uit als: chk chk chk). De band heeft al een tijdje een zeer goede live reputatie, dus de verwachtingen zijn enigszins hooggespannen ondanks het beláchelijk vroege tijdstip op deze dag. Aanvankelijk wil het publiek dan ook nog niet echt op gang komen, terwijl de band vanaf de eerste minuut ontzettend strak en uiterst dansbaar tekeer gaat. Zanger Nic Offer lijkt bijvoorbeeld al uren klaarwakker te zijn. Hij sprint, duikt, stuitert en swingt zonder adempauze richting alle hoeken van het podium. De uiterst gelikte discofunk krijgt met name de voorste rijen in het publiek mee, maar al snel wordt duidelijk dat een act als deze veel beter tot haar recht zou komen in de Pyramid Marquee tent in de late uurtjes. Een mooier begin van deze zondag kan de liefhebber die wél nadrukkelijk oplet en meeluistert zich in elk geval niet zo snel wensen.


Cold War Kids (Pyramid Marquee)
Een van de gróte beloftes van 2007 staat natuurlijk ook op Rock Werchter dit jaar. De uit Fullerton, Califiornië afkomstige Cold War Kids leverden eerder dit jaar een spannend debuutalbum af onder de noemer ‘Robbers & Cowards’, en menigeen die hen reeds bezig gezien heeft spreekt van een ware live sensatie. Het deels op religie geïnspireerde viertal produceert voortreffelijk krankzinnige doch gecontroleerde soul en bluesrock, en het aanwezige publiek binnen en buiten de Pyramid Marquee is hier vanmiddag getuige van. Ondanks dat niet elk nummer even memorabel is, overtuigt de band ook vandaag op alle fronten. Met intense bezieling en toewijding draagt zanger Nathan Willett de groep en haar repertoire op handen. Publieksfavorieten ‘We Used To Vacation’ en ‘Hang Me Up To Dry’ worden goed ontvangen, en na een tijdje lijkt de sfeer er goed in te komen. Maar helaas is het dan ook meteen weer afgelopen. Time flies when you’re having fun.


Maximo Park (Pyramid Marquee)
Strak, energiek en verschrikkelijk aanstekelijk. Zo maar drie woorden die het optreden van het uit Newcastle afkomstige Maximo Park in de Pyramid Marquee omschrijven. Strak zijn de gitaarrifjes van gitarist Duncan Lloyd. Energiek zijn de luchtsprongen, karatetrappen en dansjes van zanger Paul Smith en toetsenist Lukas Wooller. En verschrikkelijk aanstekelijk zijn de liedjes van de albums 'A Certain Trigger en het dit jaar verschenen 'Our Earthly Pleasures'. De band speelt op een moordend hoog tempo en doet dit vrijwel foutloos. Tijdens nummers als 'Apply Some Pressure', 'Graffiti' en de nieuwe single 'Girls Who Play Guitars' jaagt Smith, gekleed in het zwart en met bolhoedje, over het podium. Het is dan ook niet zo vreemd dat deze band de Pyramid Marquee verandert in een kolkende massa die pas tot rust komt als de band na vijftig minuten het podium verlaten.

Interpol (Main Stage)
Twee jaar gaf de Amerikaanse band Interpol een spetterend optreden in een tot de nok gevulde Pyramid Marquee. Ook dit jaar prijkt de naam Interpol op de affiche, dit keer alleen op de Main Stage. Tijdens de strakke show ligt de band alvast een tipje van de sluier op van het inmiddels verschenen 'Our Love To Admire'. De band speelt vier nummers van dit nieuwe album. Het gaat daarbij om het bescheiden radiohitje 'The Heinrich Maneuver', 'My Chemistry', het stevige 'Mammoth' en de werkelijk schitterende opener 'Pioneer To The Falls'. Verder bestaat de, goed opgebouwde, set onder andere uit publieksfavorieten als 'Slow Hands' en 'Obstacle 1'. Opvallend om te zien is het speelplezier van de band. Zanger Paul Banks staat een aantal maal breeduit te lachen, een zeldzaamheid. Ondanks dat het concert geen moment zo magisch wordt als twee jaar geleden geeft de band opnieuw een zeer sterk en strak optreden weg.


Frank Black (Pyramid Marquee)
Na dik 2 jaar onafgebroken met zijn Pixies op tournee te zijn geweest, is het nu weer tijd voor Frank Black om solo zijn kunstjes te komen vertonen. Dit deed hij reeds eerder op Pinkpop 1999 en op Lowlands 2001 met zijn band The Catholics. Hoewel aanvankelijk wel aangekondigd was dat hij vandaag zijn Pixies maatje Joey Santiago zou meenemen, valt deze droom jammer genoeg in duigen zodra de band het podium betreedt. Santiago blijkt spoorloos, dus op eventuele Pixies nummers hoeven we niet te hard te hopen vanmiddag. In openingsnummer ‘Ten Percenter’ brult Black herhaaldelijk de woorden “My mind is like an ocean, I’m a jerk”! Of dat tweede inderdaad waar is, dat laten we even in het midden. Maar dat de man een stormachtig brein heeft, dat moge duidelijk zijn. Als een wild beest raffelt hij nummer na nummer af, het ene nog luidruchtiger en schreeuweriger dan het ander. Na 45 minuten stort de man zich vlak op het podium, en zingt niks anders meer dan “Aaaarrgghhhh”! Juist, ja. Van slimbedachte popliedjes en mooie melodieën heeft Black geen kaas gegeten. Uiteindelijk komt driekwart van het aanwezige publiek dan ook niet voor hem, maar voor de man die hierna zal gaan spelen in de Pyramid Marquee. Beetje sneu voor Frank en zijn mannen, maar daar heeft de goedlachse dikkerd geen boodschap aan. Zijn centen zijn verdiend. Zo.


Damien Rice (Pyramid Marquee)
In een interview in het door HUMO verzorgt festivalboekje laat Damien Rice nog weten eigenlijk een hekel te hebben aan het optreden op een muziekfestival. De rumoerigheid en het meezingende publiek staat hem niet aan. We zijn dan ook gespannen hoe dit optreden van de Ierse troubadour op dit grote muziekfestival gaat uitpakken. Al tijdens de slotakkoorden van Frank Black begeven zich veel muziekliefhebbers naar de voorste rijen van de Pyramid Marquee, het is dan al snel duidelijk dat Damien Rice een grote publiekstrekker is. Rice opent sterk met '9 Crimes' en oogt, ondanks het meezingen, goedgemutst. Wanneer de Rock Werchter crew de aanwezige gasten die tussen beide vakken in staan wil verwijderen stuurt Rice deze terug. Hij wenst niet voor een lege ruimte te spelen. Gedurende een uur speelt Damien Rice een set bestaande uit enkele breekbare liedjes als 'Volcano' en 'Canonball' maar neemt hij ook de ruimte voor iets harder werk als 'Me, My Yoke & I. Tijdens 'Cheers Darlin' zwalkt hij zelfs met een glas wijn en een sigaret over een geheel verlaten podium. Enkel een kelner (voor de wijn) vergezelt hem daarbij. Het optreden eindigt onverwachts nog in een kolkende Marquee als Rice tijdens 'The Blowers Daughter' opeens Radiohead's 'Creep' inzet. Een verrassend einde van een werkelijk schitterend concert.


Metallica (Main Stage)
Rock Werchter houdt van Metallica, en Metallica houdt van Rock Werchter. Voor de vijfde keer alweer speelt de populaire heavy metal band op de weide, en geen énkele andere band op de affiche dit jaar trekt meer fans aan dan dit viertal. Je ziet ze dan ook als mieren krioelen in een gigantische zandbak, de talloze fans in Metallica t-shirts. Het gros hiervan hoopt ongetwijfeld op nieuw materiaal waar de band momenteel alweer een tijdje aan werkt. Maar daar kiest de band ditmaal niet voor. Zij treden hier vanavond op om te laten zien dat ze nog steeds bestaan, én om de fans te belonen voor het lange wachten. Nieuwe nummers worden dan ook niet gespeeld, maar de rockers spelen een oerdegelijk repertoire van debuutalbum 'Kill ‘Em All' (1983) tot en met 'ReLoad' (1997). ‘For Whom The Bell Tolls’, ‘Ride The Lightning’, ‘The Memory Remains’, ‘Master Of Puppets’, en de onvermijdelijke hitmix in het toegift waaronder ‘Nothing Else Matters’ en ‘One’; ze komen allemaal langs. Opvallend genoeg niets van het in 2003 uitgebrachte miskleun 'St. Anger', maar geen haan die daar naar zal kraaien. De fans zullen tevreden zijn. En die nieuwe nummers? Ach, die komen volgend jaar dan wel.


The Australian Pink Floyd Show (Pyramid Marquee)
Zo aan het eind van het festival is even rustig bijkomen voor de Pyramid Marquee een erg fijne ervaring, zeker wanneer er een sterke cover band als The Australian Pink Floyd Show speelt. Een, zoals de naam al verklapt, uit Down Under afkomstige cover band. De twaalf koppige band speelt, in een set die vooral uit nummers uit de tweede helft van jaren 70 bestaat’ de liedjes van Pink Floyd noot voor noot na. Met name de (over) bekende liedjes als 'Money', 'Another Brick In The Wall' en het heerlijke slotstuk 'Comfortably Numb' worden erg sterk neer gezet. Kortom: een erg fijn moment om even op adem te komen.


Tori Amos (Pyramid Marquee)
Wie Tori Amos associeert met een vriendelijk ogende roodharige dame die enkel lieve pianodeuntjes kan produceren komt bedrogen uit. Althans vanavond, want eenmaal op het podium ontpopt de headliner van de Pyramid Marquee zich binnen een mum van tijd als een waar op sex belust podiumbeest, en niemand aanwezig zal dit na vanavond nog tegenspreken. Wellicht is dit een gimmick behorende bij het onlangs verschenen schizofrene album ‘American Doll Posse’, waarop Amos zingt vanuit het perspectief van vijf verschillende archetypes uit de Oudgriekse mythologie. Dit toont ze ook zichtbaar vanavond door zich herhaaldelijk te verkleden als één van deze vijf gedaantes, elk met een eigen lichaamstaal. Het eerste typetje vertegenwoordigt een sterk en eigenwijs personage, terwijl het ander weer een karikatuur van Amos zelf is. De Amerikaanse oogt dan ook van begin tot eind als een ware diva, en de liefhebbers worden getrakteerd op hitjes als ‘Professional Widow’ en ‘Cornflake Girl’. Dit zou vaker op festivals moeten spelen.