dinsdag, juli 31, 2007

Reisverslag Studiereis 2007: Dublin (1)

Na een lange stage en scriptieperiode zou je denken dat het toch wel eens tijd is voor vakantie. Niet dus, ik moest mijn buitenlandervaring nog afronden. Nu leken het Chiel (klasgenoot) en mij wel een goed idee om het nuttige met het plezierige te combineren en zo een studie en vakantiereis te maken. De (nieuwe) tramlijn in de Ierse hoofdstad Dublin leek ons daar een geschikt onderwerp voor. Ik kende de stad al redelijk goed en het leek hem ook geen gek idee.

The Custom House aan de Liffey

Nadat on
s plan van aanpak en onderzoeksvoorstel afgelopen mei al werden goedgekeurd werd het tijd om een aantal afspraken te maken met enkele sleutelfiguren. Via de mail bleek dit, op enkele details na, goed te doen. Ook een betaalbare vliegreis en een geschikte slaapplek (belangrijkste eis was een dak boven ons hoofd) was snel gevonden. Van 20 tot 27 juli konden Chiel en ik dan naar Dublin afreizen om daar ons onderzoek te houden. Hierbij volgt een uitgebreid verslag van deze toch wel erg fijne en zelfs leerzame week.

Vrijdag 20 juli

De vrijdag was een echte reisdag. Kort samengevat van Blokker naar Amsterdam, van Amsterdam naar Eindhoven vanwaar ons Ryan Air-toestel met een half uurtje vertraging rond 18.15 uur richting Dublin vertrok. Volgens de klok een half uur later (-1 uur tijdsverschil) stapten we op een regenachtig vliegveld uit. Een vliegveld dat inmiddels volop in verbouwing is en qua capaciteit verdubbeld wordt om een moderne entree te vormen voor het moderne land dat Ierland de afgelopen 30 jaar geworden is. Het was gelukkig niet lang wachten op onze bagage waarna een dubbeldekkerbus ons naar O' Connellstreet bracht, de hoofdstraat van de stad. Ons hostel (Liton Lane), gevestigd in een oude opnamestudie waar onder meer U2, Van Morisson en David Bowie hun kunsten hebben vertoond, lag gelukkig niet ver van deze straat. Kamer 23, bed 1 en bed 5 bleek ons domein te zijn voor de komende week.

Guinness in the pub

Eenmaal met de bagage op de kamer konden we nog mooi even de stad verkennen. Voor mij bleek het een feest van herkenning te zijn, ik vond m’n weg blindelings. Na een wandeling van een uur die ons onder meer langs het Custom House, Dame Street en het Temple Bar District bracht werd het toch echt tijd om een pub op te zoeken. Oliver Joseph St John Gogarty Pub leek ons een leuke pub om te begonnen. Na eerst twee pints Guinness op de beneden verdieping genuttigd te hebben werden we de YMCA en dergelijke liedjes toch echt wel zat en zochten we de eerste verdieping op waar nog traditionele Ierse muziek gespeeld werd. Onmiddellijk viel de vriendelijke houding van de Ieren op. Waar in Nederland een duwtje al snel op een massale vechtpartij uitliep werd het hier al snel opgelost met een wederzijds gemeend ‘Excuse me mate’. Erg gezellig allemaal en een leuke afsluiting van de eerste dag.

Zaterdag 21 juli

Omdat we in het weekend toch niets aan het onderzoek konden doen (driemaal raden waarom we op vrijdag vertrokken ;) ) stond de zaterdag in het teken van het toeristje spelen. De regen van de dag daarvoor had inmiddels plaats gemaakt voor een beetje zon. Het werd een fraai rondje Dublin waarbij we ondermeer de prachtige universiteitscampus van het Trinity College bezochten, Dublin Castle, een rondje door de winkelstraat Grafton Street en een wandeling door het park (St. Stephens Green).

The college green van Trinity College

We bezochten ook nog een expositie over het middeleeuwse Dublin en de invloed van de vikingen in Dublinia en een bezoek aan de twee kathedralen St. Patrick's Cathedral (de grootste kerk van het land) en Christchurch Cathedral (de oudste kathedraal van het land) en St Audoen’s Church (oudste kerk). Voor het eten zochten we een traditionele pub uit. Dit werd Fish ‘n’ Chips in the VAT house, vernoemd naar allerlei vaten die het pand sierden.

St. Patrick's Cathedral & glas en lood ramen


Omdat het zomerfestival in Temple Bar District volop aan de gang was vonden er veel straattheateracts plaats. Voor we naar de pub gingen werden
we daarom getrakteerd op een uitvoering van The Farrelli Brothers, een jonglerend duo met een komische ondertoon. De afsluiting van de dag vond plaats in Eamon’s Rock Café, een donkere pub waar ondermeer de spiegelverlichting van Thin Lizzy de wand siert.

zaterdag, juli 14, 2007

Rock Werchter: Zondag 4 juli

Zondagmorgen rond 09.30 uur word ik wakker na een nacht van erg weinig slaap. Beter gezegd: een morgen met zeer weinig slaap aangezien ik pas on 05.45 uur in m'n slaapzak lag. De nacht op camping A6 was namelijk behoorlijk gezellig. Een beetje brak maar met een goed gevoel breekt dus de vierde en laatste dag van een zeer geslaagd Rock Werchter 2007 aan.

Op de Weide
Hier volgt het vierde en laatset deel van het verslag dat Marc en ik schreven voor Coldplayfans.


!!! (Main Stage)
De eer om de laatste festivaldag van Rock Werchter 2007 op de Main Stage te openen gaat dit jaar naar de Amerikaanse electrorockers !!! (spreek uit als: chk chk chk). De band heeft al een tijdje een zeer goede live reputatie, dus de verwachtingen zijn enigszins hooggespannen ondanks het beláchelijk vroege tijdstip op deze dag. Aanvankelijk wil het publiek dan ook nog niet echt op gang komen, terwijl de band vanaf de eerste minuut ontzettend strak en uiterst dansbaar tekeer gaat. Zanger Nic Offer lijkt bijvoorbeeld al uren klaarwakker te zijn. Hij sprint, duikt, stuitert en swingt zonder adempauze richting alle hoeken van het podium. De uiterst gelikte discofunk krijgt met name de voorste rijen in het publiek mee, maar al snel wordt duidelijk dat een act als deze veel beter tot haar recht zou komen in de Pyramid Marquee tent in de late uurtjes. Een mooier begin van deze zondag kan de liefhebber die wél nadrukkelijk oplet en meeluistert zich in elk geval niet zo snel wensen.


Cold War Kids (Pyramid Marquee)
Een van de gróte beloftes van 2007 staat natuurlijk ook op Rock Werchter dit jaar. De uit Fullerton, Califiornië afkomstige Cold War Kids leverden eerder dit jaar een spannend debuutalbum af onder de noemer ‘Robbers & Cowards’, en menigeen die hen reeds bezig gezien heeft spreekt van een ware live sensatie. Het deels op religie geïnspireerde viertal produceert voortreffelijk krankzinnige doch gecontroleerde soul en bluesrock, en het aanwezige publiek binnen en buiten de Pyramid Marquee is hier vanmiddag getuige van. Ondanks dat niet elk nummer even memorabel is, overtuigt de band ook vandaag op alle fronten. Met intense bezieling en toewijding draagt zanger Nathan Willett de groep en haar repertoire op handen. Publieksfavorieten ‘We Used To Vacation’ en ‘Hang Me Up To Dry’ worden goed ontvangen, en na een tijdje lijkt de sfeer er goed in te komen. Maar helaas is het dan ook meteen weer afgelopen. Time flies when you’re having fun.


Maximo Park (Pyramid Marquee)
Strak, energiek en verschrikkelijk aanstekelijk. Zo maar drie woorden die het optreden van het uit Newcastle afkomstige Maximo Park in de Pyramid Marquee omschrijven. Strak zijn de gitaarrifjes van gitarist Duncan Lloyd. Energiek zijn de luchtsprongen, karatetrappen en dansjes van zanger Paul Smith en toetsenist Lukas Wooller. En verschrikkelijk aanstekelijk zijn de liedjes van de albums 'A Certain Trigger en het dit jaar verschenen 'Our Earthly Pleasures'. De band speelt op een moordend hoog tempo en doet dit vrijwel foutloos. Tijdens nummers als 'Apply Some Pressure', 'Graffiti' en de nieuwe single 'Girls Who Play Guitars' jaagt Smith, gekleed in het zwart en met bolhoedje, over het podium. Het is dan ook niet zo vreemd dat deze band de Pyramid Marquee verandert in een kolkende massa die pas tot rust komt als de band na vijftig minuten het podium verlaten.

Interpol (Main Stage)
Twee jaar gaf de Amerikaanse band Interpol een spetterend optreden in een tot de nok gevulde Pyramid Marquee. Ook dit jaar prijkt de naam Interpol op de affiche, dit keer alleen op de Main Stage. Tijdens de strakke show ligt de band alvast een tipje van de sluier op van het inmiddels verschenen 'Our Love To Admire'. De band speelt vier nummers van dit nieuwe album. Het gaat daarbij om het bescheiden radiohitje 'The Heinrich Maneuver', 'My Chemistry', het stevige 'Mammoth' en de werkelijk schitterende opener 'Pioneer To The Falls'. Verder bestaat de, goed opgebouwde, set onder andere uit publieksfavorieten als 'Slow Hands' en 'Obstacle 1'. Opvallend om te zien is het speelplezier van de band. Zanger Paul Banks staat een aantal maal breeduit te lachen, een zeldzaamheid. Ondanks dat het concert geen moment zo magisch wordt als twee jaar geleden geeft de band opnieuw een zeer sterk en strak optreden weg.


Frank Black (Pyramid Marquee)
Na dik 2 jaar onafgebroken met zijn Pixies op tournee te zijn geweest, is het nu weer tijd voor Frank Black om solo zijn kunstjes te komen vertonen. Dit deed hij reeds eerder op Pinkpop 1999 en op Lowlands 2001 met zijn band The Catholics. Hoewel aanvankelijk wel aangekondigd was dat hij vandaag zijn Pixies maatje Joey Santiago zou meenemen, valt deze droom jammer genoeg in duigen zodra de band het podium betreedt. Santiago blijkt spoorloos, dus op eventuele Pixies nummers hoeven we niet te hard te hopen vanmiddag. In openingsnummer ‘Ten Percenter’ brult Black herhaaldelijk de woorden “My mind is like an ocean, I’m a jerk”! Of dat tweede inderdaad waar is, dat laten we even in het midden. Maar dat de man een stormachtig brein heeft, dat moge duidelijk zijn. Als een wild beest raffelt hij nummer na nummer af, het ene nog luidruchtiger en schreeuweriger dan het ander. Na 45 minuten stort de man zich vlak op het podium, en zingt niks anders meer dan “Aaaarrgghhhh”! Juist, ja. Van slimbedachte popliedjes en mooie melodieën heeft Black geen kaas gegeten. Uiteindelijk komt driekwart van het aanwezige publiek dan ook niet voor hem, maar voor de man die hierna zal gaan spelen in de Pyramid Marquee. Beetje sneu voor Frank en zijn mannen, maar daar heeft de goedlachse dikkerd geen boodschap aan. Zijn centen zijn verdiend. Zo.


Damien Rice (Pyramid Marquee)
In een interview in het door HUMO verzorgt festivalboekje laat Damien Rice nog weten eigenlijk een hekel te hebben aan het optreden op een muziekfestival. De rumoerigheid en het meezingende publiek staat hem niet aan. We zijn dan ook gespannen hoe dit optreden van de Ierse troubadour op dit grote muziekfestival gaat uitpakken. Al tijdens de slotakkoorden van Frank Black begeven zich veel muziekliefhebbers naar de voorste rijen van de Pyramid Marquee, het is dan al snel duidelijk dat Damien Rice een grote publiekstrekker is. Rice opent sterk met '9 Crimes' en oogt, ondanks het meezingen, goedgemutst. Wanneer de Rock Werchter crew de aanwezige gasten die tussen beide vakken in staan wil verwijderen stuurt Rice deze terug. Hij wenst niet voor een lege ruimte te spelen. Gedurende een uur speelt Damien Rice een set bestaande uit enkele breekbare liedjes als 'Volcano' en 'Canonball' maar neemt hij ook de ruimte voor iets harder werk als 'Me, My Yoke & I. Tijdens 'Cheers Darlin' zwalkt hij zelfs met een glas wijn en een sigaret over een geheel verlaten podium. Enkel een kelner (voor de wijn) vergezelt hem daarbij. Het optreden eindigt onverwachts nog in een kolkende Marquee als Rice tijdens 'The Blowers Daughter' opeens Radiohead's 'Creep' inzet. Een verrassend einde van een werkelijk schitterend concert.


Metallica (Main Stage)
Rock Werchter houdt van Metallica, en Metallica houdt van Rock Werchter. Voor de vijfde keer alweer speelt de populaire heavy metal band op de weide, en geen énkele andere band op de affiche dit jaar trekt meer fans aan dan dit viertal. Je ziet ze dan ook als mieren krioelen in een gigantische zandbak, de talloze fans in Metallica t-shirts. Het gros hiervan hoopt ongetwijfeld op nieuw materiaal waar de band momenteel alweer een tijdje aan werkt. Maar daar kiest de band ditmaal niet voor. Zij treden hier vanavond op om te laten zien dat ze nog steeds bestaan, én om de fans te belonen voor het lange wachten. Nieuwe nummers worden dan ook niet gespeeld, maar de rockers spelen een oerdegelijk repertoire van debuutalbum 'Kill ‘Em All' (1983) tot en met 'ReLoad' (1997). ‘For Whom The Bell Tolls’, ‘Ride The Lightning’, ‘The Memory Remains’, ‘Master Of Puppets’, en de onvermijdelijke hitmix in het toegift waaronder ‘Nothing Else Matters’ en ‘One’; ze komen allemaal langs. Opvallend genoeg niets van het in 2003 uitgebrachte miskleun 'St. Anger', maar geen haan die daar naar zal kraaien. De fans zullen tevreden zijn. En die nieuwe nummers? Ach, die komen volgend jaar dan wel.


The Australian Pink Floyd Show (Pyramid Marquee)
Zo aan het eind van het festival is even rustig bijkomen voor de Pyramid Marquee een erg fijne ervaring, zeker wanneer er een sterke cover band als The Australian Pink Floyd Show speelt. Een, zoals de naam al verklapt, uit Down Under afkomstige cover band. De twaalf koppige band speelt, in een set die vooral uit nummers uit de tweede helft van jaren 70 bestaat’ de liedjes van Pink Floyd noot voor noot na. Met name de (over) bekende liedjes als 'Money', 'Another Brick In The Wall' en het heerlijke slotstuk 'Comfortably Numb' worden erg sterk neer gezet. Kortom: een erg fijn moment om even op adem te komen.


Tori Amos (Pyramid Marquee)
Wie Tori Amos associeert met een vriendelijk ogende roodharige dame die enkel lieve pianodeuntjes kan produceren komt bedrogen uit. Althans vanavond, want eenmaal op het podium ontpopt de headliner van de Pyramid Marquee zich binnen een mum van tijd als een waar op sex belust podiumbeest, en niemand aanwezig zal dit na vanavond nog tegenspreken. Wellicht is dit een gimmick behorende bij het onlangs verschenen schizofrene album ‘American Doll Posse’, waarop Amos zingt vanuit het perspectief van vijf verschillende archetypes uit de Oudgriekse mythologie. Dit toont ze ook zichtbaar vanavond door zich herhaaldelijk te verkleden als één van deze vijf gedaantes, elk met een eigen lichaamstaal. Het eerste typetje vertegenwoordigt een sterk en eigenwijs personage, terwijl het ander weer een karikatuur van Amos zelf is. De Amerikaanse oogt dan ook van begin tot eind als een ware diva, en de liefhebbers worden getrakteerd op hitjes als ‘Professional Widow’ en ‘Cornflake Girl’. Dit zou vaker op festivals moeten spelen.

woensdag, juli 11, 2007

Rock Werchter: zaterdag 30 juni 2007

Na de regen van de vrijdag belooft het zaterdag goed weer te worden. Er is geen regen voorspeld en ondanks enkele wolken schijnt er een lekker zonnetje. Op papier is het de minste dag van het festival maar met Snow Patrol, The Killers en The Good, The Bad & The Queen op het programma is er nog meer dan genoeg leuks te zien. Misschien nog wel belangrijker dan het weer is dat mijn lichaam ook weer hersteld is, van de rugklachten en de zere voetjes van de vrijdag is geen sprake meer. En dus beginnen we voor de derde keer aan de lange wandeling (1,5 km) naar het festivalterrein.



Op de Weide
Hier volgt het derde deel van het verslag dat Marc en ik schreven voor Coldplayfans.

De Heideroosjes (Main Stage)
Opvallend toch dat juist de Heideroosjes, de band die altijd zo normaal is gebleven, zich tussen de meest populaire Nederlandse bands in België mag scharen. Een band die voor 200 euro komt opdagen om op de allerkleinste (gratis) regiofestivals te headlinen, en ongetwijfeld ook slechts een schijntje vragen voor hun optreden op Rock Werchter. Het maakt Marco Roelofs en zijn mannen toch niets uit. Zij weten immers donders goed waar ze vandaan komen, en willen dat graag zo houden. Vandaag schudden zij de weide wakker door meteen na de vaste introsample ‘Oh, Heideroosje’ van De Havenzangers met het nummer ‘Psychic’ een paar vlammenwerpers uit te testen. Met een greatest hits set waaronder ‘Lekker Belangrijk’, ‘Time Is Ticking Away’, ‘Ik Wil Niks’, ‘Scapegoat Revolution’ en ‘United Scum’, aangevuld met materiaal van hun jongste CD 'Chapter Eight: The Golden State' kan niemand meer ontkennen dat de live-reputatie van de Limburgse band nog steeds als een huis overeind staat. Er zullen vandaag ongetwijfeld weer heel wat Heideroosjes T-shirts over de toonbank gaan.

Razorlight (Main Stage)
Om 13.45 is de festivalweide goed gevuld voor het optreden van het Britse Razorlight. Beter gezegd: voor Johnny Borrell en band. Ondanks dat het repertoire van de band voor een groot deel uit leuke en frisse popliedjes bestaat, draait eigenlijk het gehele optreden om deze zanger. Daarbij speelt de band ook nog eens volledig op de automatische piloot waardoor het geen moment sprankelt. Het zegt eigenlijk genoeg dat het hardste gegil van het, vrij jonge vrouwelijke, publiek plaatsvindt op het moment dat Borrell zijn shirt uittrekt. Zelfs de hitjes 'Golden Touch', 'America' en 'In The Morning' weten hier niets aan te veranderen. Jammer genoeg is het leuke frisse Razorlight van weleer nu echt omgevormd tot de Johnny Borrell show

Amy Winehouse (Main Stage)
De hamvraag wat iedereen tot nu toe bezig gehouden heeft is toch wel: Zal Amy Winehouse op komen dagen? De eigenaardige soulzangeres heeft immers de reputatie om op het laatste moment de hele boel af te blazen. Negen van de tien keer heeft dit te maken met overmatig alcoholgebruik van de toch vrij iele, kleine dame. Pinkpop was hier een kleine maand eerder ook al slachtoffer van. Hoewel vantevoren aangekondigd werd dat Winehouse wel dégelijk backstage gearriveerd was, moest het publiek én haar begeleidingsband toch dik twintig minuten wachten tot de zangeres dan eindelijk haar entree maakte op het podium. Stijlloos? Eigenlijk wel, maar zodra de eerste noten van het toepasselijke ‘Addicted’ door de luidsprekers schallen zijn we het alweer nagenoeg vergeten. De voortkabbelende mix van 60’s soul en jazz klinkt als een verademing na al het gitaargeweld op de Main Stage gisteren, en de band van miss Winehouse is prima op elkaar ingespeeld. De wat arrogant ogende vrouwelijke variant van enfant terrible Pete Doherty werpt een enkele minachtende blik naar het publiek alsof het haar allemaal niets kan schelen, terwijl ze wat plagerig met haar heupen schudt en tussendoor twee wodka colaatjes naar binnen giet. Het is juist dat haar repetoire zo lekker in het gehoor klinkt, want anders had ze vanmiddag ongetwijfeld de nodige middelvingers kunnen gaan tellen.

Klaxons (Pyramid Marquee)
De vaste Rock Werchtergangers kunnen zich misschien de befaamde “What the f*ck is going on?” gezichtsuitdrukkingen van de leden van Franz Ferdinand nog wel herinneren toen zij in 2004 in een afgeladen en laaiend enthousiaste Pyramid Marquee speelden. De new ravers van Klaxons weten nu ook hoe dat ongeveer gevoeld moet hebben. Zodra culthit ‘Atlantic To Interzone’ ingezet wordt ontploft de tent uit zijn voegen en begint men massaal op en neer te deinen, een stomverbaasde band achterlatend. De overige hits afkomstig van het dit jaar verschenen debuutalbum ‘Myths Of The Near Future’ zijn slim verdeeld over het gehele optreden, afgewisseld met minder bekend werk als ‘The Bouncer’ en ‘Hall Of Records’. Hier en daar is zelfs ook het kenmerkende trademark van de band, de befaamde glowsticks, te bespeuren in het publiek. Op deze editie van Rock Werchter is het nergens anders zo warm geweest in de tent. Een vereiste om te gaan zien op Lowlands volgende maand.

Snow Patrol (Main Stage)
Met 'Chasing Cars' heeft de Britse band Snow Patrol definitief de indiepop verruilt voor de stadionrock. Dat dit de band een plaatsje op het main stage oplevert is dan ook niet meer dan logisch stap. Ondanks dat de sympathieke zanger Gary Lightbody nog altijd een tikkeltje verlegen oogt laat de band zien gewoon op een dergelijk podium thuis te horen. Een sterk punt van de band is het hoge meezing gehalte van de liedjes en de interactie met het publiek. De nummers worden vaak kort door Lightbody ingeleid. Gedurende het optreden zingt en springt de weide uit volle borst mee met liedjes als '‘Run', 'Your All That I Have' en natuurlijk met de megahit 'Chasing Cars'. Snow Patrol heeft op onder meer Pinkpop al laten zien een ideale festivalband te zijn. Ook tijdens deze editie van Rock Werchter maken zij deze naam zeker waar.

The Killers (Main Stage)
Waar het bij Klaxons nog ernstig benauwd was binnen de Pyramid Marquee, daar wordt het al heel snel bloedheet in de voorste vakken alwaar The Killers op het punt staan om Werchter te doen laten trillen op haar grondvesten. De populaire band uit Las Vegas heeft vooralsnog enkel éénmaal op Pukkelpop gestaan, als we naar grote festivals binnen de Benelux gaan kijken. En dat terwijl deze graag geziene gasten elders op vrijwel élk groot festival hebben gespeeld. Dat zou een belangrijke reden kunnen zijn waarom juist zoveel mensen vandaag een mooi plekje vooraan proberen te krijgen bij dit viertal. Vanaf het moment dat de band aftrapt met ‘Sam’s Town’ begint de menigte al naar adem te happen. En deze levende kermisattractie houdt steevast gedurende de complete setlist aan met krakers als ‘When You Were Young’, ‘Somebody Told Me’, ‘Bones’, en ‘Mr. Brightside’, met korte rustpuntjes tussendoor waaronder recente hit ‘Read My Mind’. Ondertussen straalt de charismatische zanger/keyboardspeler Brandon Flowers, gestoken in gilet en vlinderdas, vanaf seconde nummer één. De kleine zanger mag zich zo langzamerhand anno 2007 gerust meten met de Bonos en Chris Martins van deze wereld. Opvallend ook, want een goede zanger is het allerminst. De 26-jarige moet het vooral van zijn uitstraling hebben, en dát heeft íe. Ook medebandleden Dave Keuning, Mark Stoermer en Ronnie Vannucci delen deze coolheid, weliswaar in iets mindere mate. Het moet heel raar lopen willen The Killers niet uitgroeien tot één van de grootste bands van de wereld.


Peter Gabriel (Main Stage)
Een levende legende, en tóch een klein beetje misplaatst op deze affiche van Rock Werchter. Dát is Peter Gabriel, voormalig zanger van Genesis en succesvol solozanger sinds begin jaren ’80. Terwijl de Killers aanhangers zich massaal terugtrekken richting drank,- en eettenten aan weerszijden van de Main Stage druppelen de voorste vakken langzaam vol met dertigers, veertigers, en zelfs vijftigers. De kalmte is zichtbaar wedergekeerd. Mensen krijgen de ruimte om weer op adem te komen. Een duidelijke generatiekloof wordt ineens zichtbaar, en dat maakt deze dag toch wel vrij bijzonder. Op het podium wordt Gabriel ondertussen omringd door een aantal klassemuzikanten, die stuk voor stuk krachtig hun mannetje staan. Voor het overgrote deel leveren zij gedurende 70 minuten zwaarmoedige edoch sfeervolle liedjes af, zoals ‘Intruder’ en ‘Blood Of Eden’. Je kan hier en daar een speld horen vallen, zélfs op het gras. Tijdens ‘Solsbury Hill’ en ‘Sledgehammer’ knikken de wat jongere omstanders met een blik van herkenning, maar voor de rest is dit optreden toch écht voornamelijk voor de fans bedoeld. Wellicht dat de man beter tot zijn recht was gekomen op TW Classic, een week later, maar die gedachte laten we maar even achterwege.

The Good, The Bad & The Queen (Pyramid Marquee)
Op een duister podium in de Pyramid Marquee en slechts verlicht door enkele voetlichten spelen enkele topmuzikanten (en helden van weleer) nummers van hun naamloze debuutalbum. We hebben het dan natuurlijk over The Good, The Bad & The Queen. De band bestaande uit Damon Albarn (Blur & Gorillaz), Paul Simonon (The Clash), Simon Tong (The Verve), drumlegende Tony Allen en een strijkersensemble. En dit gebeurt doen zij op een meer dan overtuigende manier. De band weet dezelfde duistere en geheimzinnige sfeer van het album tot leven te weken. Gedurende vijfenveertig minuten siddert de tent dan ook op nummers als 'History Song', 'The Good, The Bad & The Queen', 'The Kingdom of Doom' en 'The Bunting Song'. Ondanks het zwakker bis-nummer 'Mr Whippy, wat door één of andere foute rapper vertolkt wordt, heeft Werchter mogen ervaren dat The Good, The Bad & The Queen niet alleen op papier maar zeker ook op het podium een ware supergroep is.

The Chemical Brothers (Main Stage)
Het is aan The Chemical Brothers om alweer de derde dag van Rock Werchter af te sluiten, een taak die het tweetal wel besteed is. Vanuit een soort cockpit gevuld met vele knoppen verzorgen de heren een vijftal sets die op hun beurt weer uit een aantal liedjes als 'Galvanize en 'Hey Boy Hey Girl' bestaan. De stevige beats van Tom Rowlands en Ed Simons krijgen de weide massaal aan het dansen, niemand slaagt erin beide voetjes op de vloer te houden. De af en toe schitterende animaties die op de schermen en op het podium getoond worden en de grootste lichtshow dragen hier ook aan bij. Helaas is het feest rond 01.00 uur toch echt afgelopen, voor een toegift is geen tijd meer.Keane @ Main Stage

zondag, juli 08, 2007

Rock Werchter 2007: vrijdag 29 juni

Na een korte maar redelijk goede nachtrust breekt de tweede dag van Rock Werchter aan. Op papier is de line-up vandaag het sterkst, dat belooft veel goeds. De weersverwachting is juist het tegenovergestelde, er komt regen aan. Lichamelijk blijkt het een dag van doorkomen te zijn, het springen, hossen en vechten in het eerste vak bij Muse heeft toch behoorlijk wat blauwe plekken en spierpijn opgeleverd. Maar toch hoor je mij geen moment klagen. ;)

Op de weide
Hier volgt deel twee van het verslag dat Marc en ik schreven voor Coldplayfans.


The Van Jets (Main Stage)

Waar veel Vlaamse bands die recentelijk een nieuw album uitgebracht hebben – waaronder Mintzkov, Ozark Henry, Zita Swoon en Absynthe Minded – dit jaar niet de kans krijgen om op Rock Werchter te (mogen) spelen, valt de eer aan The Van Jets om de Main Stage op vrijdag te mogen openen. Terecht ook, want debuutalbum Electric Soldiers is een zeer sterke plaat gebleken. De rockband heeft er dan ook ruim drie jaar aan kunnen sleutelen sinds zij talentencompetitie Humo’s Rock Rally 2004 wonnen. Terwijl de lucht grijs oogt en de eerste druppels naar beneden dreigen te vallen, schudt het viertal onder leiding van zanger/gitarist Johannes Verschaeve de Werchterweide wakker met vuige rocksongs waaronder de singles ‘Johnny Winter’, ‘Our Love = Strong’ en natuurlijk ‘Electric Soldiers’ zelf. Prima substituut voor koffie bij het ontbijt; je bent gegarandeerd meteen wakker.


Jason Mraz – (Pyramid Marquee)
Een half uur nadat The Van Jets dag 2 van Rock Werchter openen betreedt de singer-songwriter Jason Mraz het podium van de Pyramid Marquee. Gedurende vijftig minuutjes trakteert hij het publiek op een flinke dosis zonnige feelgood liedjes. Dit vormt een schril contrast met het weer aangezien het inmiddels begonnen is met regenen. Het contact met het publiek is een belangrijk element in het optreden van de zanger uit San Diego. Al tijdens het eerste nummer krijgen wij het refrein aangeleerd voor een liedje over megabiertjes. "I got no dope, all I got is my forty. Ain't got nobody that I can call my shorty" wordt vervolgens luidkeels meegebruld . Ook de rest van het optreden bestaat uit de nodige grappen (ondermeer over Lilly Allen), een menselijke trompet, een operastem, enkele polaroid foto’s en de nodige MC-rapinterventies. Kortom, een heerlijk vrolijk begin van een lange festivaldag.


Oi Va Voi (Pyramid Marquee)
Terwijl het krijsende geschal van Enter Shikari in de verte nog door de weide dreunt, staat de muziekliefhebber met wat meer oor voor detail in de Pyramid Marquee. Tromgeroffel klinkt er bij opkomst van het zevenkoppige Oi Va Voi, een groep Joodse volksmuzikanten die voor deze concertreeks de expressieve violiste Anna Phoebe heeft meegevraagd. De slinkse sexy sessiemuzikante zweept eigenhandig met haar strijkstok de eerste indrukwekkende akkoorden van openingsnummer ‘Dissident’. Wat begint als een leuk feestje zakt het geheel na een paar nummers in elkaar wanneer eentonigheid in de vorm van lieflijke ballades de overhand dreigt te nemen. Grote afwezige overigens is KT Tunstall; ooit zélf nog een sessiemuzikante van de formatie. Maar laten we eerlijk wezen, Tunstall heeft Oi Va Voi dezer dage ook niet meer nodig.


Kings of Leon – (Main Stage)
Rond drie uur in de namiddag betreden drie broers en een neef met de zelfde achternaam de Main Stage. Het gaat dan natuurlijk om leden van de familie Followill en van de band Kings of Leon. Onmiddellijk is duidelijk dat dit podium een fractie te groot is voor de band. Het eerste deel van het optreden is daarom ook vrij mat.. De rauwe blues en rock’n’roll van de uit Tennessee afkomstige band klinkt goed maar komt gewoonweg niet goed uit de verf. Na dit aarzelende en saaie begin komt de show met nummers als 'The Bucket', 'Molly's Chambers' en 'On Call' beter op gang. Aan het eind van het optreden wordt de weide nog getrakteerd op een leuke uitsmijter. Gewapend met een tamboerijn zingt zanger Eddie Vedder van Pearl Jam tijdens het laatste nummer met Kings Of Leon mee.


Joan As Police Woman (Pyramid Marquee)
Op Lowlands vorig jaar en in menig concertzaaltje in België en Nederland daaropvolgend wist Joan Wasser al veel zieltjes te veroveren met haar prachtige, soulstem. Oh, en haar liedjes mogen er uiteraard ook wezen, getuige haar méér dan prachtige debuutalbum Real Life uit 2006. Ditzelfde album wordt vanmiddag dan ook bijna in haar geheel (en waarschijnlijk voorlopig voor het laatst) gepresenteerd in een nagenoeg volle Pyramid Marquee. ‘The Ride’ gaat door merg en been, evenals ‘I Defy’ wat het live helaas zonder achtergrondvocalen van Antony Hegarty moet doen. Tussen de nummers door babbelt de goedlachse Joan er lekker op los, wat merendeels met een verdiende glimlach van het publiek beantwoord wordt. We zijn tevreden.


Kaiser Chiefs (Main Stage)
“Ruby ruby ruby ruby, aaaaaaahhhh”. Wie kent de woorden van deze aanstekelijke monsterhit nu nog níet? Waar Kaiser Chiefs zijn belangrijkste concurrent Franz Ferdinand inmiddels op alle fronten lijkt te gaan ontstijgen, staat de inmiddels massaal toegestroomde weide vol met nieuwsgierige pottenkijkers. Opvallend dan ook dat de populaire Britten nog steeds op zo’n vroeg tijdstip op het programma staan van Rock Werchter. Zanger Ricky Wilson haalt zoals vanouds het uiterste uit zichzelf, en krijgt met volle overgave de voorste vakken aan het kolken. Hoewel niet alle nummers op de setlist vanmiddag even sterk zijn, blijken enkel hits als ‘Everyday I Love You Less And Less’, ‘Everything Is Average Nowadays’, ‘Ruby’, ‘I Predict A Riot’ en de onvermijdelijke toekomstige kraker ‘The Angry Mob’ al te volstaan voor een méér dan geslaagd festivaloptreden. Dat beloofd wat voor Lowlands en Pukkelpop deze nazomer, waar de band ongetwijfeld heel wat later op de dag zal spelen. Met hetzelfde resultaat.


Bloc Party – (Main Stage)
Eerder dit jaar leverde Bloc Party het nieuwe album "A Weekend In The City" af waarmee de Britse Band aangaf een flinke sprong naar volwassenheid heeft gemaakt. Deze middag bewijst de band dat deze groei ook in de live shows heeft plaats gevonden. Zanger Kele Okereke heeft zich van een verlegen zanger ontwikkeld tot een charismatische frontman. De regen die gedurende het eerste deel van het optreden met bakken uit de lucht komt deert het publiek niet, de nerveuze ritme’s van drummer Matt Tong en gitarist Gordon Moakes brengt een groot deel van de weide aan het dansen. Aan het einde van het concert laat Kele Okereke zien dat Ricky Wilson van Kaiser Chiefs niet het alleen recht heeft op het rennen tussen de vakken door. Mede hierdoor gaan op 'Like Eating Glass' en 'Helicopter' alle remmen los en laat zelfs de zon zich even zien.


Queens of the Stoneage – (Main Stage)
In de laatste zeven jaar prijkte de bandnaam Queens Of The Stoneage niet minder dan vijf keer op de line-up van het festival. Dat de band van Josh Homme graag gezien is op Rock Werchter mag dus wel duidelijk zijn. Ook dit jaar laat de band zien dat het niet onterecht is dat de band zo vaak op het festival speelt. Gedurende een uur daveren, treiteren en swingen Josh Homme en bandleden door een strakke en degelijke set. Een set die bestaat uit de meest bekende nummers van de band en is aangevuld met enkele liedjes van het pas verschenen Era Vulgaris. Met de nodige dosis humor wordt publieksfavoriet 'No One Knows' aangekondigd als een nummer dat de band nog nooit gespeeld heeft. Tijdens 'Feel Good Hit Of The Summer neemt Homme zijn hele drogisterij met het publiek door om er vervolgens aan toe te voegen dat als Amy Winehouse hetzelfde nam, ze nu een dode Amy zou zijn.


Arctic Monkeys (Main Stage)
Het wordt de Arctic Monkeys vaak verweten veel te routineus te werk te gaan wanneer ze op een podium staan, ondanks dat de live recensies er achteraf ook nooit om zullen liegen. Als live band staat het immers altijd als een huis, en vanavond is hierop geen uitzondering. Waar de band precies een week eerder nog het Glastonbury festival mocht headlinen, mogen ze op Rock Werchter opwarmen voor Pearl Jam. Niet slecht voor een band met slechts twee albums op zak. Op dit festival overkomt dat alleen de allergrootsten (laatste keer: Coldplay in 2003). Grote verschil in vergelijking met het optreden van vorig jaar zit hem in de indrukwekkende lichtshow die zij ditmaal hebben meegenomen. Werkelijk élk nummer – zeventien in totaal – wordt vanavond met luid gejuich, geschreeuw en gefluit onthaald. Of het merendeel van deze verafgoding nu afkomstig is van de vele verdwaalde Britten op de weide zullen we nooit weten. De vraag is nu nog natuurlijk hoe het de Arctic Monkeys zal vergaan over pakweg 10 jaar. De tijd zal het leren…


Pearl Jam (Main Stage)
Pearl Jam heeft iets goed te maken met Rock Werchter. Tot twee keer toe annuleerden de Amerikanen hun optreden op het laatste moment. Driemaal is scheepsrecht, en het optreden in 2007 krijgt dan toch eindelijk groen licht. Het vijftal begint direct vol gas. Vanaf de machtige opener ‘Last Exit’ overrompelt de band. Zo vuig en bezield hebben we de afgelopen jaren weinig rockgroepen horen klinken. Zanger Eddie Vedder weet in al zijn grootsheid te imponeren, getuige de vele goedkeurende blikken in het zichtbaar genietende publiek. Vele klassiekers passeren de revue, variërend van de vier openingstracks van albumklassieker Ten (‘Once’, ‘Even Flow’, ‘Alive’ en ‘Why Go’), ‘Elderly Woman Behind The Counter In A Small Town’, ‘Dissident’ , ‘Do The Evolution’ en ‘Better Man’. Als kers op de toch al grote taart komt QOTSA-zanger Josh Homme nog een vluchtig refreintje meezingen met de Who cover ‘Baba O’ Riley’. Dat ‘Jeremy’ en ‘Black’ vanavond op de setlist ontbreken, daar zullen weinig mensen over treuren. Het optreden illustreert met volle overtuiging waarom Pearl Jam al jaren tot de populairste liveacts van haar generatie behoort.

Rock Werchter 2007: donderdag 28 juni

Wat vooraf ging
Na een lange, lange reis kwamen Paul, Mirjam en ik op donderdagmiddag rond 3 uur aan op de camping van Rock Werchter. Toch knap om over een rit van krap 3 uur bijna 6 uur te doen, maar het verkeer heb je nu eenmaal niet in de hand. Camping A6 bleek ons domein te worden, de camping waar Marc, Remco, Maurice en andere(n) een plekje voor ons vrijgehouden hadden. Na een lekker biertje, het opzetten van de tent en een knuffel met Maurice werd het tijd om voor de eerste keer richting de weide te gaan.


Op de weide
Hier volgt een verslag van de acts van de eerste donderdag. Dit verslag hebben Marc en ik geschreven voor Coldplayfans.

Billy Talent (Main Stage)
Nu komt er de laatste tijd veel goeds uit Canada op muziekgebied voor de fijnproevers, zoals Arcade Fire, The Dears, The Midway State en Wolf Parade. Voor de jeugdige muziekliefhebber is er inmiddels al een tijdje Billy Talent. De bandleden – inmiddels allemaal de 30 gepasseerd – klinken alsof ze nog steeds 18 jaar zijn; rechttoe rechtaan pretpunkrock wat we al jaren gewend zijn van Lostprophets, Sum 41, Blink-182, Bloodhound Gang en Bowling For Soup. De jonge fans in het voorste vakken slikken hitjes als 'Devil In A Midnight Mass', 'Try Honesty', 'Fallen Leaves' en 'Red Flag' als zoete koek. Het zal de rest van de festivalweide worst wezen. Er staat immers wel wat beters op het programma vandaag…

Air Traffic (Pyramid Marquee)
Eén van de meest veelbelovende bandjes uit het Verenigd Koninkrijk van dit moment is Air Traffic. Het uit Bournemouth afkomstige viertal heeft de afgelopen tijd aandachtig om zich heen gekeken en geluisterd, en een debuutalbum opgenomen wat niet in één hokje te plaatsen is. Je zou beter kunnen zeggen dat het uit meerdere hokjes bestaat. Referenties als Coldplay, The Kooks, Supergrass en Keane liegen er niet om, en het is ook allemaal hoorbaar in de Pyramid Marquee vanmiddag. De basis van het merendeel van de liedjes van Air Traffic wordt gevormd door de piano, alwaar zanger Chris Wall huisvest. De band geniet zichtbaar van de warme sfeer in de enorme tent, en neemt gedurende 50 minuten ruim de tijd om het vijftien minuten korter durende debuutalbum in haar geheel te presenteren. Hoogtepunt is nieuwe single 'Shooting Star', wat een grote hit beloofd te kunnen gaan worden.

Air (Pyramid Marquee)
In 2004 was het Franse Air nog één van de laatste bands die tijdens het festival speelden, dit jaar zijn Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel bijna de eerste artiesten op de bühne. Het optreden in 2004 was een erg fijn optreden wat vooral een heerlijk moment was om bij te komen van het zware weekend. Helaas weet het optreden dit jaar niet in de buurt te komen van deze ervaring. Het zwaartepunt van de set ligt op nummers van 'Pocket Symphony' maar voor liedjes van de albums 'Talkie Walkie' en 'Moon Safari' is eveneens tijd uitgetrokken. De set wordt helaas op een erg statische en te rustige manier gespeeld waardoor het geheel nogal saai overkomt. De bekendere nummers als 'Sexy Boy' en 'Kelly Watch The Stars' weten daar geen verandering in te brengen. Een iets minder langdradige set of een optreden later in het weekend hadden dit tot een beter optreden gemaakt.

Rufus Wainwright (Pyramid Marquee)
Hoewel de goede man inmiddels alweer vijf indrukwekkende albums op zijn naam heeft staan, heeft het toch ruim 10 jaar moeten duren voordat singer/songwriter Rufus Wainwright met zijn begeleidingsband op een groot festival in België mag spelen. De 33-jarige New Yorker kiest er echter niet voor om vanavond een rijkelijk aanbod van zijn gehele oeuvre te spelen. Het absolute zwaartepunt ligt bij zijn onlangs verschenen nieuwe album Release The Stars. Hoewel het merendeel van de set muzikaal erg goed in elkaar zit, en de grootmeester zélf een zeer aangename zangstem heeft, slaat de eentonigheid van het geheelplaatje na pakweg een halfuur jammer genoeg wel toe. Daar kunnen de verkleedpartijtjes in de laatste twee nummers van de set – een playback versie van zijn eigen interpretatie van Judy Garland’s 'Get Happy' en 'Gay Messiah' – weinig verandering in brengen.

Björk (Main Stage)
Een beetje vreemd maar wel lekker. Naast een bekende leus van een frisdrankmerk is dit ook een prima omschrijving voor het optreden van deze IJslandse dame. Gedurende een uur en vijftien minuten trakteren Björk en haar tienkoppige vrouwelijke brassband het publiek op een gevarieerd, enthousiast en dansbaar optreden. Van de sterke vocale opener 'Earth Intruders' tot de dansbare afsluiter 'Declare Independence'. Een hoofdrol daarbij is weggelegd voor haar vaste side-kick Mark Bell die, met behulp van de 'Reactable' (enkele futuristische touchscreens), beats genereert en klanken manipuleert. Over de gehele wereld bestaan er slechts twee van deze instrumenten en Björk heeft er één mee naar Werchter meegebracht. Dat dit alles ook nog eens duidelijk op de grote schermen naast het Mainstage wordt getoond maakt het nog extra boeiend om te zien.

Muse (Main Stage)


Het Britse Muse sluit van 00.30 uur tot 02.00 uur de donderdagavond af en is daarmee één van de grote headliners van het festival. Het uit Teignmouth afkomstige drietal staat alweer voor de vijfde keer op het affiche maar dit jaar voor het eerst als dagafsluiter. Al ruim voor het concert - zelfs voor het einde van het optreden van Björk - begint het geduw en getrek om een goede plek voor het optreden te bemachtingen. Dit is illustratief voor de populariteit en de groei die de band de laatste jaren heeft doorgemaakt. De band opent met de spaghetti western 'Knights of Cydonia' waarmee de toon voor de rest van het concert direct wordt gezet. Ook tijdens liedjes als 'Hysteria' en 'Time is Running Out' zindert, springt en geniet Werchter van de bombastische muziek en de zeeën van licht dat de groep produceert. De band gunt ons slechts enkele adempauzes wanneer nummers als 'Feeling Good', 'Apocalypse Please' en 'Unintended' gespeeld worden. Met name zanger en gitarist Matthew Bellamy maakt een scherpe en gedreven indruk. Dit zorgt er mede voor dat dit één van de sterkste optredens is die we de band hebben zien geven. Hiermee is het de perfecte afsluiter van een heerlijke dag en direct één van de hoogtepunten van het festival.